Selecteer een pagina

26 juli: heerlijk uitgeslapen dankzij de stilte in de natuur. Karin had op internet gelezen dat er een klein Cappadocië in de buurt te vinden is, Kvitskriuprestein, de priesters van het witte puin vrij vertaald. Dit losse kalkgesteente lost snel op in de regenbuien. De hardstenen hoedjes, die van nature de bovenlaag van dit gesteente vormden, zorgen ervoor dat de regen langs de hoedjes loopt en het gesteente onder de hoedjes niet oplost. Helaas heeft de erosie al aardig haar werk gedaan, zodat er van de pilaren met hun hoedjes niet veel meer over is. Dit is een foto van een paar jaar geleden. In de Catalaanse Pyreneeën hebben we dit natuurverschijnsel mogen aanschouwen bij Les Orgues d’Ille-sur-Têt. We hebben dan ook niet de moeite genomen om er heen te wandelen, maar wel bijzonder dat dit soort gesteente ook in Noorwegen aanwezig is.

We rijden vandaag langs de Sjoa (nee, dit is niet een geslachtsziekte met een spraakgebrek, maar een rivier😉) het Heidadalen in en zien onderweg een groep rafters moeite doen niet om te kieperen. Onze eerste stop is het gehucht Heidal, waar we de staafkerk, met een prachtig leistenen dak, bekijken. Het interieur is mooi, maar we zijn niet welkom omdat er voorbereidingen zijn voor een uitvaart. Heidal is een een soort openluchtmuseum, omdat er nog veel oude boerderijen (zelfs uit 1500) bewaard zijn gebleven. We nuttigen bij de beroemde bakkerij/kaasmakerij annex theehuis Ysteri een op het oog heerlijke wafel met vers fruit. Wat ze er echter niet bij hebben gezegd, is dat ze er hun beroemde bruine kaas indoen! Karin vindt het wel te pruimen, maar Gido walgt ervan🤣.

We vervolgen de reis langs de woeste rivier en stappen uit bij de parkeerplaats voor de Ridderspranget. Dit is een nauwe doorgang in een schitterende kloof, waar de Sjoa rivier doorheen buldert. De meeste toeristen lopen niet verder dan het eerste uitzichtpunt, maar wij wel en komen dan aan bij deze geweldige waterval.

Na deze onderbreking rijden we verder naar onze overnachtingsplek, vlakbij de oorverdovende rivier. Na het avondeten verkennen we de omgeving nog even en komen tot de conclusie dat het badderen ergens anders zal moeten plaatsvinden! De komende dagen blijven we hier in de natuur staan, als uitvalsbasis voor de vele wandelingen die Karin heeft uitgezocht.

27 juli: ondanks het lawaai van de rivier hebben we heerlijk geslapen. De weersvoorspellingen zijn goed, op een onweersbui in de middag na. Ook moet rekening gehouden met de kwalificatie van Max vanmiddag, daarom maken we vandaag een niet al te lange wandeling. We wandelen langs het riviertje HInde omhoog naar de hoogvlakte met uitzicht op de Stornubben groep en de Nautgardstinden, allemaal toppen boven de 2000 meter hoog. De Hinde baant zich een weg tussen het gesteente door en heeft daarbij een mooie smalle kloof geschapen, waar we bijna de hele route langs lopen. Ook hier weer vele elandenkeutels. Iets verderop is een restaurant waar ze heerlijke elandenbiefstukken serveren. Begrijpelijk dus dat de beesten hier de mensen mijden, om niet het risico te lopen op het bord van een gast van het restaurant terecht te komen. Tijdens de lunch betrekt de lucht, dus we blijven niet al te lang genieten van het berglandschap. Hier op de open vlakte willen we liever niet in een onweersbui terecht komen. Gelukkig valt er alleen maar wat regen en blijft het onweer uit. Eenmaal beneden rijden we naar het Nedre Sjodalsvatnet toe, waar we onszelf schoon kunnen spoelen. We zijn op tijd weer terug bij de caravan om een beetje Olympische spelen en formule 1 te kijken in het teruggekeerde zonnetje.

28 juli: in 1996 was Karin al in Jotunheimen met twee vrienden en ze liep toen met een zware rugzak en tent op haar rug door het gebied . Een van de wandeltochten destijds was de beklimming van de Bessegen. Inmiddels zijn we beiden een stuk ouder en iets minder fit, dus we beklimmen het kleine broertje, te weten de Knutshoe. Dit is ook een graatwandeling met prachtig uitzicht op het turquoise Gjende meer en op de Beseggen graat, maar de tocht duurt aanzienlijk korter en het hoogteverschil wat overwonnen moet worden is ook kleiner, maar ruim 1000 hoogtemeters😳. Toch staat voor deze tocht ook nog 5 tot 6 uur en moet er stevig rots geklommen worden (wat van te voren maar niet is medegedeeld aan Gido😉), dus we gaan vroeg op pad. De eerste klimpassage geeft Gido al de kriebels, maar hij klimt daar prima doorheen. Karin is trots op haar mannetje👍.

Het uitzicht wordt hoe hoger we klimmen steeds mooier. In de verte zien we de besneeuwde bergtoppen van Jotunheimen. Karin kan niet wachten om daar ook haar voetsporen weer achter te laten. Toch zullen we eerst deze tocht veilig moeten afronden. Want na bijna anderhalf uur bergop gelopen te hebben, komen we bij de tweede klimpassage aan. Deze is iets steiler en luchtiger dan de vorige, zodat we goed gebruik moeten maken van onze handen in de rots greepjes en de van de voeten in de spleten. Dus geen tijd om van het uitzicht te genieten (waar is de roltrap als je deze nodig hebt)! Maar ook hier komt Gido goed doorheen en Karin is aan het genieten. Dit klimwerk bevalt haar wel en is een stuk makkelijker dan de klettersteig een paar weken geleden. Gido daarentegen is blij dat hij het gered heeft. Dit soort klimwerk doet hij écht alleen maar voor Karin’s lol. We zijn uiteindelijk veilig boven op de Knutshoe aangekomen en kunnen nu genieten van het uitzicht, voordat we weer moeten opletten bij de afdaling. Die gaat namelijk ook vrij steil naar beneden en heeft een paar moeilijke klauterstukjes. Maar we doen langzaam aan en komen vier uur na ons vertrek aan in het dal, waar we eerst langs de delta Ovre Leirungen en later langs de rivier het dal richting de auto uitlopen.

In het dal trotseren we een ware mud-master challenge. De route loopt via nauwe paadjes tussen struiken, beekjes en rotsblokken, met een veelal moerasachtige bruine smurrieburrie die niet te vermijden is om het einddoel te halen. Je moet wel gek zijn om dit leuk te vinden. Moe maar erg voldaan rijden we weer naar het meer om ons goed te wassen en even te zwemmen, voordat we onderuit kunnen zakken bij de caravan. Een geweldige dag voor Karin en een gedenkwaardige dag voor Gido!!!

29 juli: na de zware wandeltocht van gisteren heeft Karin een mooie rondwandeling op het programma staan vanaf Bessheim naar het Bessvatnet en dan onderlangs bij de Beseggen weer terug naar de parkeerplaats. De klim naar het meer volgt een beetje de rivier de Bessa die zich vanuit het overvolle meer naar beneden stort, met een paar mooie watervallen tot gevolg. Bijna bij het meer aangekomen ziet Karin een paar vlekjes op een sneeuwveld en met de verrekijker in de aanslag wordt haar vermoeden bevestigd; rendieren!

De wandelroute gaat als we het Bessvatnet gepasseerd zijn onderlangs het sneeuwveld, dus we hopen ze straks van dichtbij te kunnen zien. Bij het meer hebben we een korte pauze, na de niet al te vermoeiende klim langs de rivier. Het is een stuk kouder hier op bijna 1400 meter hoogte, dus de meegebrachte laagjes gaan aan.

We moeten even van het wandelpad af om richting de eerder waargenomen rendieren te struinen en dat wordt beloond! We kunnen best dichtbij ze komen, maar houden toch enige afstand om ze niet te veel te storen. In dit gedeelte van Noorwegen lopen geen wilde kuddes rond, maar dat mag onze pret niet drukken; het zijn rendieren toch? We staan een tijdje stil en dan verlaten ze het sneeuwveld om schijnbaar op hun gemak te gaan foerageren. Het valt op dat ze het rendiermos links laten liggen en zich te goed doen aan de lage struikjes.

We laten ze verder met rust en lopen door onderlangs de Beseggen richting Gjendesheim. Hierbij hebben we uitzicht op het prachtig Gjendevatn en de Knutshoe, alvorens het pad afbuigt richting Bessheim. Het was een mooie afwisselende route en natuurlijk zijn we dolblij met het spotten van de rendieren! Dat moet gevierd worden met een lekker ijsje, alvorens we weer een duik nemen in “onze eigen” badkuip.